10 mei 1940

Mobilisatie                 

Katwijk Mobilisatie 1940
Links Pieter L. Kloet

Op 28 augustus 1939 begint de algemene mobilisatie van het Nederlandse leger, dat uiteindelijk over 300.000 manschappen beschikt. In de maanden na de mobilisatie plaatst het Nederlandse leger militairen door het hele land en begint het met het voorbereiden van de verdediging voor een eventuele aanval. Stellingen worden verstevigd en soldaten worden getraind. Toch verwacht Nederland geen oorlog: er is groot vertrouwen in deneutraliteit van ons land.

Begin van de Tweede Wereldoorlog. 

Donderdag 9 mei 1940 was nog een heel gewone kostschooldag met normaal rooster en toen ’s avonds de bel voor de nachtrust luidde, deed niets vermoeden dat deze spoedig zo angstig zou worden verstoord. Mook ligt, zoals men weet, aan de overzijde van de Maas op nauwelijks een half uur van de Duits-Nederlandse grens. Omstreeks half een in de nacht werden de meesten van de ongeveer 50 zusters en 60 pensionaires van het klooster gewekt door ontploffingen, veroorzaakt door de Nederlandse defensie bij het aanbrengen van boomversperringen enz. De zo lang geduchte oorlog was vlakbij! De Overste en zusters waren onverwijld in het gareel om nog te trachten een goed heenkomen het land in te zoeken, maar het was reeds te laat.

De Overste kreeg nog even telefonisch verbinding met Nijmegen, maar een vertrek naar deze stad was uitgesloten. Om ongeveer half vijf droeg de zeereerwaarde rector een H. Mis op in de kapel die door alle huisgenoten werd bijgewoond. Kort na de consecratie weerklonk een verschrikkelijke slag, welke het klooster op z’n grondvesten deed trillen.

De dicht bij Immaculata over de Maas liggende spoorbrug was door de Nederlandse militairen opgeblazen. De ruiten in het klooster bezweken nagenoeg alle en ieder begreep onmiddellijk dat een langer verblijf levensgevaarlijk zou worden.

Ordelijk werd de kapel verlaten, dekens en ’n kleine hoeveelheid eerste levensbehoeften werden door zusters en pensionaires in allerijl gehaald, de bejaarde zusters naar beneden gedragen en fluks werd de straatweg langs het klooster overgestoken om de wijk in de aangrenzende bossen te nemen. Enkele in de nabijheid van het klooster wonende gezinnen trokken mee. Het doel was een te midden van de bossen gelegen onbewoond kasteel dat door de eigenaar in geval van nood ter beschikking was gesteld. Bij aankomst aldaar bleek men in de consternatie de sleutels van het gebouw te hebben vergeten, maar een man werd bereid gevonden deze te gaan halen. De Overste en een viertal zusters waren in het slot van het klooster achtergebleven. (Zij zijn er ook na de aankomst van de Duitsers en de volledige bezetting van het klooster mogen blijven).

Men trof in de bossen een kleine troep Nederlandse militairen aan, die zich reeds vroeg in de vrijdagochtend terugtrokken. Zo goed en zo slecht als het ging werd ’n huisvesting in het kasteel gemaakt. Het Allerheiligste was door een van de zusters meegedragen en werd in een zaal devoot geïnstalleerd. Enkele pensionaires maakten zich verdienstelijk met in de naaste omgeving hout te sprokkelen om melk te kunnen koken voor een baby en jonge moeder van een van de mee gevluchte gezinnen.

Vanuit het kasteel zag men in verschillende richtingen rookwolken opstijgen en hoorde men het gedonder van geschut. Omstreeks acht uur in de morgen kwam een Duitser te paard naar het kasteel gereden, spoedig gevolgd door andere ruiters en gemotoriseerde troepen!

Daar het kasteel werd bezet en rondom geschut in stelling werd gebracht, namen allen de wijk de bossen in op veilige afstand van de gevaarlijke vuurmonden. Weldra zag men grote legertroepen in de richting van de Maas trekken.

Allen lagen plat op de grond en in greppels tussen de bomen waar doorheen men de kogels hoorde fluiten. Dit waren angstige ogenblikken. Het gevecht duurde in deze grenszone niet heel lang, maar een werkelijke verademing kwam pas in de namiddag toen de rector van het klooster arriveerde. Hij deelde mee dat de achtergebleven zusters tijdens het gevecht ongedeerd waren gebleven in het souterrain en dat het klooster reeds geheel door de Duitsers was bezet. In de namiddag arriveerden een paar Nijmegenaren om hun familielid onder de pensionaires op te halen. Deze stad was zonder weerstand bezet. Een zestal meisjes waagde het mee naar Nijmegen te gaan. De eerste nacht werd doorgebracht in een paar bij het kasteel behorende huisjes voor het personeel. In de loop van de avond kwam een Duitse officier hier nog op inspectie en voegde kalmerend de verontruste zusters en meisjes toe: Sie ruhen im Schütze Mutter Gottes! Van slapen kwam begrijpelijk niet heel veel, ook al wegens het zware geronk van de overvliegende Duitse machines.

Reeds vrijdagmiddag waren de Duitse troepen erin geslaagd een pontonbrug te slaan over de Maas tussen Mook en Katwijk en daarover trokken grote legeronderdelen Nederland binnen.
Ook de zaterdag werd in de bossen doorgebracht. De Duitse soldaten gedroegen zich zeer correct en verschaften bereidwillig drinkwater. De rector was intussen erop uitgetrokken om voor allen onderdak te vinden bij de paters Passionisten, maar dit was die dag nog niet mogelijk, zodat de personeel huisjes weer moesten worden betrokken. Op de Eerste Pinksterdag trok een aantal meisjes erop uit om met bussen drinkwater te gaan halen bij de pomp aan het oude stationnetje te Mook.
De Duitse soldaten waren de vriendelijkheid zelf en brachten de bus netjes bij de bivakkerenden in het bos.

Op het (naar later gelukkig bleek loze) gerucht dat Nijmegen gebombardeerd zou worden, vertrokken zusters en pensionaires na de middag naar het klooster van de paters Passionisten en verbleven sindsdien aldaar. Op Tweede Pinksterdag werden enkele meisjes uit Zuid-Limburg door verwanten per auto opgehaald en de anderen konden de volgende dagen geleidelijk vertrekken.

Dit verslag hebben we kunnen lezen in de krant de Zuid Willemsvaart van 18 mei 1940.

In Passionistennieuws lazen we:

In de vroege morgen van 10 mei 1940 begon ook voor de kloostergemeenschap van Mater Dolorosa de oorlog. Nauwelijks weer te ruste gegaan na de Metten werden allen opgeschrikt door het hevige ronken van vliegtuigen gevolgd door hevige explosies.
In de verte, over de Maas, klinkt het knetteren van machinegeweren. Tegen zes uur marcheren de Duitse troepen reeds voorbij. Al spoedig hebben de Duitsers hun kanonnen opgesteld op de Mookerhei en begint de beschieting van de kazematten van Katwijk. Rond negen uur werd het stil, het dorpje Katwijk stond in brand.
De zusters van de kweekschool aan de Maas in Mook durfden het niet langer aan met zo’n groot aantal pensionaires in het bedreigde klooster te blijven en vroegen huisvesting aan de Stationsstraat. Er werd ruimte voor de zusters en pensionaires gemaakt.
Op 14 mei kwam de capitulatie en de zusters en leerlingen keerden naar hun klooster terug.

Vader Marinussen was die morgen van 10 mei vroeg op vanwege de talrijke vliegtuigen. Hij was ‘alleen’ thuis want zijn vrouw was bij een zieke oom in Groesbeek. De kinderen werden door vader uit bed gehaald en hij bakte eieren voor hen toen plotseling een harde knal klonk. Snel moesten de kinderen enkele kledingstukken over elkaar aantrekken en ging het stel met de kruiwagen op stap, want het paard durfde vader niet mee te nemen. Op weg naar familie in Groesbeek. De bewoners van dit stukje Heumens Molenhoek hadden namelijk de opdracht gekregen dat als de brug zou springen zij dit gebied moesten verlaten.
Op de Stationsstraat kwamen ze Frans Lelieveld tegen en bij hem mochten ze hun intrek nemen.

Het springen van de brug bij Mook

In De Militaire Spectator, maandblad voor krijgswetenschap van maart 1942 lezen we:

Aangezien de bruggen bij Mook en Gennep in hetzelfde bataljons vak van II-26 R.I. zijn gelegen en de eerste wel is gesprongen, terwijl de laatste onverlet in ’s vijands handen is gevallen, was het van het meeste belang om vast te stellen om hoe laat en op wiens last de brug bij Mook tot detonatie was gebracht. Het onderzoek ter zake liep aanvankelijk volkomen vast, daar zowel de brugcommandant sergeant Nefs van de politietroepen als de reservekapitein Van Hoogenhuize op 10 mei te Katwijk het leven lieten. Bovendien waren alle telefoongesprekken tussen deze beide commandanten gevoerd zonder dat er getuigen bij waren.
Het is intussen gelukt om met een grote mate van zekerheid te kunnen vaststellen dat de brug te Mook tussen 4.25 en 4.30 op last van C.-Peeldivisie tot detonatie is gebracht. In verband met verschillende in omloop zijnde geruchten zal hieronder in extenso worden uiteengezet op grond van welke overwegingen dit feit is vastgesteld kunnen worden

a. het uur ‘U’ van de grensoverschrijding was voor de aan de Maas opererende Duitse troepen vastgesteld op 3.55 Duitse zomertijd = 5.35 Nederlandse zonnetijd.
b. grote zwermen vliegtuigen zijn, vliegende in westelijke richting, om 4.00 over de Maas gekomen.

De vernieling van de brug geschiedde als volgt. Midden op de brug bevonden zich de korporaals Montenari en Jaspers; sergeant Nefs stond bij het politieposthuis bij het westelijk landhoofd. Toen de brugwacht van de oostelijke oever terugkwam en mededeelde dat de Duitsers in aantocht waren, heeft Montenari geroepen of de brug mocht gaan. Sergeant Nefs heeft toen met de arm het teken ‘telefoneren’ gegeven en ‘nee’ geschud. Even later ging hij het posthuis binnen, telefoneerde, kwam daarna de brug op en zei “Kom jongens, dan moet het maar gebeuren”. De sergeant hield toezicht op het ontsteken van het vuurkoord en ging daarna met de beide korporaals naar de westelijke oever. De vernieling slaagde.
Nauwelijks was het personeel de kazematten in gegaan of de eerste vijandelijke patrouilles verschenen op de oostelijke oever, waarop inmiddels het vuur werd geopend.

Dienstplichtig sergeant J.J. Zeelen heeft de volgende beschrijving van de aanvang van het gevecht gegeven:
“Eerst kwamen de vliegtuigen in grote getale over. De sergeant van de politietroepen stond op de spoorbrug klaar om de brug te laten springen. Daar kwam het bevel om de brug te laten springen en precies 5 minuten daarna lag de brug in de Maas. Iedereen kwam natuurlijk even tevoorschijn om de brug te zien en zo stonden we met een paar korporaals van de militaire politie bij mijn kazemat die een paar meter van het wachthuis van de politietroepen was gelegen. Plotseling kregen we mitrailleurvuur van de overzijde van de Maas; wij hoorden de kogels inslaan in het wachthuis. Ik wierp me op de grond en kroop even later mijn kazemat in.”

De kazematbediening heeft bijna voortdurend gevuurd op Duitse troepen en voertuigen die over de kunstweg Mook – Nijmegen naar het noorden trokken.

Rond 11:00 uur werd door de Duitsers het bekende 88 mm kanon in stelling gebracht die stuk voor stuk de kazematten onder vuur nam. Pal naast de spoorbrug lag rivierkazemat Zuid. Deze kreeg een voltreffer waardoor zes korporaals van de politietroepen sneuvelden.

Onmiddellijk na het overgaan van de eerste troepen werd begonnen met het slaan van een pontonbrug. Deze was in de late namiddag, vermoedelijk omstreeks 17.00 uur gereed.

Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger zonder oorlogsverklaring Nederland binnen. Het werd een ongelijke strijd. De verdedigingslinies van de vesting Holland werden zowel vanuit het oosten als vanuit het zuiden door de Duitsers binnen enkele dagen doorbroken. Na het bombardement van Rotterdam op 14 mei besloot de Nederlandse legerleiding de verdediging te staken. Op 15 mei 1940 werd de overgave getekend. Aan Nederlandse zijde waren ongeveer 2.300 militairen en 1.500 burgers omgekomen, aan Duitse zijde sneuvelden bijna 2.000 militairen.

Dichtbij de grens in Limburg ligt de plaats Mook, op de begraafplaats zijn 120 Duitse gevallenen bijgezet.  De Heroes’ Cemetery ligt op een heuvel en biedt een indrukwekkend beeld in zijn gesloten vorm. Kleine berkenkruisen staan op de kop van de graven.
De naam van de soldaat wordt niet altijd gegeven, maar het identificatienummer op het bord maakt het gemakkelijk om de naam te bepalen. Geselecteerde bloemstukken geven de Ereplaats hier ook een speciaal karakter. Aldus gelezen in de Deutsche Zeitung in den Niederlanden, 12 augustus 1940.

De gerestaureerde spoorbrug kon op 1 oktober 1940 opnieuw in gebruik worden genomen.

 

 

 

 

Een gedachte over “10 mei 1940

  1. Op de eerste foto staat Korporaal Kloet.
    Daarnaast: vlnr Korporaals Rothuis en P M Jaspers.
    Ik ben overigens adoptant van het graf in Breda van P M Jaspers.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *