In het voorjaar van 1943 werd in het bidkoor van de kloosterlingen [nu de huidige ruimte boven de sacristie] een muurschildering door Daan Wildschut aangebracht. Hij dateerde zelf dit werk als gemaakt zijnde in 1942.
De verwisseling met de datum heeft te maken met het feit dat de Duitse bezetter op 25 november 1941 de Kultuurkamer in het leven geroepen heeft. Het was een ingesteld instituut, waar alle kunstenaars, architecten, schrijvers, journalisten, muzikanten, filmacteurs en podiumartiesten bij aangesloten moesten zijn om te mogen werken.
Daan Wildschut vertikte het, zoals veel andere kunstenaars, om zich in te schrijven bij de Kultuurkamer. Dit maakte het leven wel veel ingewikkelder. Je kon veel moeilijker aan schilderattributen komen dan wel ingeschrevenen.
De paters Passionisten hielpen Wildschut door de opdrachtbrief een vroegere datum te geven, dus voordat de kunstenaars lid moesten zijn van de Kultuurkamer.
Op de wandschildering bevindt zich op de voorgrond de Heilige Paulus van het Kruis, stichter van de orde der Passionisten.
Op de achtergrond het Noord-Limburgse Maaslandschap met het klooster en de kerk van Molenhoek en de voormalige wasserij van Oldenhof.
Het paard moet een moeilijke draai maken want anders zou zijn achterwerk precies boven het altaar komen. En dat was natuurlijk geen gezicht.
Het is Daan’s eerste grote wandschildering.
Aan weerszijden van de wandschildering bevinden zich twee glas-in-loodramen die eveneens door Daan Wildschut zijn vervaardigd.
Links van de muurschildering treffen we het geboorteraam, of kersttafereel genoemd, aan. Wildschut heeft zichzelf als herder met een schaap op zijn nek vereeuwigd.
Rechts zien we het Hemelvaartraam van Christus.
In zijn eigen aantekeningen schreef hij: “Het hemelvaartraam is van 1943, het geboorteraam uit 1944.”