Het kerkhof in Molenhoek

Op Pinksteren, 25 mei 1958, werd vanaf de kansel de brief van Mgr. A. Hanssen voorgelezen waarin medegedeeld werd dat het rectoraat Molenhoek officieel werd opgericht.
Het eerste waar de toenmalige kerkbestuursleden mee te maken kregen was het volgende aanbod:
De heer Kloppenburg, Stationsstraat 38, bood in 1958 het kerkbestuur van het rectoraat een perceel grond te koop aan, namelijk de tuin achter villa ‘Rozenhof’. Omdat men nog niet over een eigen parochiekerkhof beschikte, dacht men er goed aan te doen dat perceel te kopen. Het was een gedeelte van het kadastraal nummer sectie A 2753. Het was ongeveer vijftig aren groot en het kostte 4500 gulden.

Op 23 april 1958 gaf het college van B en W van Mook toestemming tot aanleg van een bijzondere begraafplaats op bovengenoemd perceel.

Het kerkbestuur kreeg toestemming om een weg aan te leggen langs het huis van Kloppenburg in de boomgaard van Peters naar het kerkhof.

Grafrechten kerkhof: In 1958 werd als volgt besloten:
Grafmaken 10 gulden
Voor 25 jaar: 100 gulden; 50 jaar 200 gulden; 75 jaar 300 gulden.

Louise Ambrosius was het eerste kindje dat op het nieuwe kerkhof in Molenhoek op 24 augustus 1958 werd begraven. Ze was slechts één dag oud.

Op 28 oktober 1958 overleed kerkmeester Theodorus Rikken.

In de vergadering van 10 december 1958 werd afgesproken dat er onderzocht gaat worden of men recht heeft op uitweg vanaf het kerkhof naar de Stationsstraat.
Deze uitweg bezorgde het kerkbestuur in 1960 een probleem. De uitweg werd door de mede-eigenaar van de uitweg versperd. Men besloot van een proces en de uitweg af te zien omdat de heer Kloppenburg toentertijd 1000 gulden van de verkoopprijs gehaald heeft omdat hij de uitweg niet mee kon verkopen. Door de wei van de paters kon een uitweg gemaakt worden. Totdat deze nieuwe uitweg klaar was mocht men nog van de oude gebruik blijven maken.

De rector van het klooster had in het kloosterkapittel besloten dat de kosten van die weg zouden bedragen:
100 m grond à 2 gulden (in pad van 5 meter breed) 8 bomen van 50 gulden tezamen 1100 + 400 gulden. Hierbij zou dan nog de aanleg van de weg komen plus een deugdelijke afrastering. Globaal berekend zou dit 3500 tot 400 gulden gaan kosten.
Inmiddels was het bericht gekomen dat men een vast recht op de bestaande uitweg kon kopen voor 2000 gulden. Dat zou dus goedkoper zijn maar het toegangspad was ondertussen eigendom geworden van familie Breg en die had de grond zelf nodig als speelruimte voor de kinderen.
Dus een nieuw pad moest worden aangelegd aan de andere kant van Rozenhof over het terrein van de paters. De heer Ambrosius verklaarde zich bereid de leiding van de werkzaamheden op zich te nemen.

Aan Th. Janssen Groesbeek werd gevraagd of hij het onderhoud van het kerkhof zou willen verzorgen. Hij beloofde dat te doen.
Het plan om alle dennen tegelijk te verkopen werd goedgekeurd. De heer Van Reijs belastte zich met de verkoop ervan.
12 december 1961. Nu de dennen verwijderd waren, was men het er over eens dat de grond opgeknapt moest worden door het eerst te laten omploegen en door het vervolgens met het een of ander te laten verbouwen.
20 februari 1962. Men besloot eenstemmig om alle dennen die er nog stonden te laten omhakken om dan heel het terrein om te ploegen.

24 december 1965. Besloten werd een haag ter afscheiding van het kerkhof aan te brengen.

27 februari 1967. Enkele bejaarden hebben zich bereid verklaard het kerkhof in orde te houden.

Voor het klooster Mater Dolorosa in Molenhoek vonden onderhandelingen plaats met de gemeente en die resulteerden in verkoop. De kerk en de sacristie bleven buiten schot.
De paters hadden een eigen kerkhof in de tuin achter het klooster en deze moest dus na de verkoop van de grond verplaatst worden.

Het oude kloosterkerkhof

Het kloosterkerkhof werd overgebracht naar een gedeelte van het parochiekerkhof. Daar werd een gedeelte gereserveerd voor de Passionisten en later ook voor de Passionistinnen.

Sinds 2017 worden de overleden slotzusters Passionistinnen, die begraven waren in Sittard en Arnhem, in totaal 13 zusters, herbegraven op het kerkhofgedeelte van de Passionisten in de Molenhoek.

In 1984 werd besloten een urnenmuur op het kerkhof te plaatsen. Langzaamaan gingen steeds meer mensen over tot crematie. En dan vonden verschillende mensen het fijn om daarna de urn van de overledenen toch op de begraafplaats te kunnen plaatsen zodat men het nog kon bezoeken.

Het algemene onderhoud van het kerkhof wordt nog steeds door vrijwilligers gedaan. De verzorging van het graf moet door de familie of ander rechthebbenden plaats vinden.

Grafrechten anno 2023:
Enkel of dubbel boven elkaar € 880,00 voor 20 jaar
Dubbel naast elkaar: € 1100,00 voor 20 jaar
Kindergraf € 440,00 voor 20 jaar
Nis in urnenmuur € 880,00 voor 20 jaar
Urnengraf € 880,00 voor 20 jaar
Verlenging € 880,00 voor 20 jaar (of deel hiervan, afhankelijk van het aantal jaar)

Bijzetting:
Graf: er moet worden bijbetaald. Het bedrag is afhankelijk van hoe lang de eerste overledene er al begraven ligt. Voorbeeld: Voor de eerst begravende is voor 20 jaar aan grafrechten betaald. De tweede persoon (die in hetzelfde graf begraven moet worden) overlijdt 14 jaar na de eerste overledene. De grafrechten lopen op dat moment nog 6 jaar. Voor die 6 jaar hoeft voor de tweede bijzetting niet betaald te worden. Maar de tweede overledene moet wel 20 jaar grafrust hebben (wettelijk verplicht). Daarom moet er nog 14 jaar voor de grafrechten bijbetaald worden.
2e urn in urnenmuur: bijbetalen is niet nodig.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *