Hoek Rijksweg-Stationsstraat
A13- A193 – nu Rijksweg 258
Op de aanwijzende tafel van grondeigenaren en van de onbebouwde en bebouwde vaste eigendommen van 29 november 1842 staat bij het huis op kadastrale nummer 229 en bij gebouw 231 als eigenaar vermeld Jan Festen, wonende te Overasselt.
De hofstede bestaande uit huis, schuur, varkenskot, schaapstal en put, voorts wei- en bouwland en houtgewas vanouds genaamd de Hoetsenhof kwam op 25 januari 1843 in bezit van Cornelis de Wilde.
Cornelis de Wilde, geboren te Den Haag op 29 augustus 1800 en overleden te Rotterdam op 14 juli 1866. Hij trouwde te Leiden op 8 mei 1829 met Johanna Catrina Coronel. Zij werd geboren te Medenblik op 1 december 1809 en overleed te Leiden op 13 september 1833. Kinderen van dit echtpaar:
- Johanna Cornelia Hendrika de Wilde, geboren te Den Haag op 8 februari 1830 en overleden te Utrecht op 30 december 1902. Zij trouwde met Carl August Carlquist en hertrouwde met Christiaan Welcker.
- Cornelis Johannes Martinus de Wilde, geboren te Leiden op 26 juni 1832 en overleden te Haarlem op 11 december 1916. Hij trouwde met Augusta Emelia Schultz en hertrouwde met Jansje Veenstra.
Cornelis de Wilde hertrouwde te Ede op 26 november 1835 met Johanna Maria Engelen. Zij werd gedoopt te Valburg op 21 september 1797 en overleed te Ede op 4 februari 1881. Kinderen van dit echtpaar:
- Gerharda Hendrika Adriana de Wilde, geboren te Nijmegen op 22 oktober 1836 en overleden te Krimpen aan de IJssel op 20 november 1875. Zij trouwde met Cornelis Hoogendijk.
- Adriaan Cornelis Arnold de Wilde, geboren te Westervoort op 20 juli 1838 en overleden te Krimpen aan de IJssel op 5 juli 1854.
- Ida Maria Lucretia de Wilde, geboren te Heumen op 16 juli 1840 en overleden te Krimpen aan de Lek op 26 februari 1872. Zij trouwde met Herman Gotfried Haasloop.
Het huis is op 5 augustus 1850 afgebrand en niet meer herbouwd.
6 augustus 1850. In de namiddag van gisteren ontstond te Mook op 2 uren afstand van Nijmegen, brand in het door enen arbeider bewoonde achterhuis van de rijks ontvanger [ Cornelis de Wilde], hetwelk tot de grond is afgebrand. De vlam sloeg dadelijk over naar naar het aan de andere kant van de weg gelegen huis van de landbouwer Thoonsen, dat insgelijks met achterhuis, schuur en pakhuis, en de zich daarin bevindende rijke voorraad hooi- en koorngewas werd vernield. Slechts enige meubelen heeft men kunnen redden. Veroorzaakte die brand op zich zelf reeds grote verslagenheid, ontzetting en schrik sloeg nog te meer om de harten der zo zwaar geteisterden, toen zij ontdekten dat de dochter van de boerenarbeider, die het eerst gemelde achterhuis bewoonde, een 17-jarig meisje, in de vlammen omgekomen en zijn zoon zodanig met brandwonden overdekt was, dat men ook aan zijn behoud moest twijfelen. Intussen bleef de brand voortwoeden en hoezeer zich niet verder uitbreidende, mogt het ondanks de ijverigste pogingen tot blussing, eerst in de voormiddag van heden, ten half twaalf ure gelukken hem meester te worden. De afgebrande erven en inboedels waren tegen brandschade verzekerd. De oorzaak van deze vreselijke ramp is niet bekend.
Jan Janssen/Jansen, gedoopt te Oeffelt op 1 mei 1792 en overleden te Ottersum op 10 januari 1860. Hij trouwde te Groesbeek op 7 mei 1828 met Johanna Jacobs. Zij werd gedoopt te Mook op 15 maart 1797 en overleed te Ottersum op 8 maart 1855. Kinderen van dit echtpaar:
- Johannus/Joannis geboren te Heumen op 23 februari 1829 en overleden te Cuijk op 5 februari 1833.
- Catharina Elisabeth, geboren te Heumen op 22 januari 1831 en overleden te Groesbeek op 7 november 1888. Zij trouwde met Rijn Janssen.
- Johanna, geboren te Cuijk op 14 april 1833 en overleden te Mook op 5 augustus 1850.
- Johannes Antonius Janssen, geboren te Cuijk op 24 juli 1836 en overleden te Groesbeek op 7 juli 1915.
Op 21 september 1853 werd ’s morgens om tien uur door Hendrikus van den Bogaard, korenmolenaar, namens de heer Cornelis de Wilde voor afbraak op enkele percelen. [We zagen namelijk dat het afgebrande huis en bijgebouwen niet herbouwd werden].
De afbraak op die percelen werd in zijn geheel gekocht door Hendrik Poelen, landbouwer wonende te Malden voor de som van 84 gulden.
Enkele voorwaarden:
-. De kopers kunnen alle bruikbare stenen voor zich behouden, het overige of de zogenaamde puin blijft aan verkoper, gelijk ook de loden pijp welke zich nog in de grond bevindt.
-. De kopers kunnen de fundamenten, de kelder en de twee putten, zo diep uitgraven als er stenen te vinden zijn, maar zij moeten de uitgegraven aarde wederom behoorlijk in de plaatsen waar dezelve is uitgegraven slechten, zonder daarin puin of kalk te werken.
-. De kopers van de kelders en putten zijn gehouden de stenen alsmede de puin naar de kant van de straat te brengen.
-. Wanneer er bij de opruiming van de stenen nog enige voorwerpen van waarde worden gevonden is de vinder verplicht dezelve dadelijk aan verkoper ter hand te stellen als behoudende hij die aan zich.
De familie De Wilde verhuurde na hun vertrek de percelen regelmatig.
Jacobus Kleve, geboren te Zelhem op 22 september 1862 en overleden te Mook op 13 maart 1933.
Hij kocht de molen in Molenhoek van Dominica Jacoba van Clarenbeek, weduwe van Johannes van den Boogaard.
Op 23 januari 1901 vertrekt Jacobus Kleve naar de overkant naar Mook (Limburgs Molenhoek).
Op 1 april 1904 kocht Jacobus Kleve, molenaar, van Johannes Cornelis Haasloop Werner, boekhouder eerst in Amsterdam en thans wonende te Enschede, bouwland, weiland en hakhout te Mook sectie A 233, 241, 242, 999, 1000 en 1173 voor 3000 gulden.
Op 20 augustus 1907 diende Jacobus Kleve een verzoek bij burgemeester en wethouders in om vergunning te krijgen voor het bouwen van een woonhuis met bijgebouw.

Jacobus Kleve trouwde te Mook op 18 februari 1908 met Maria Catharina Kropman. Zij werd geboren te Nijmegen op 24 april 1872.
Rond 1911 verkocht Jacobus Kleve de molen aan zijn buurman Frans Lelieveld.
In de Mookse raadsvergadering van 25 juli 1912 wordt Jacobus Kleve, na onderzoek van zijn geloofsbrieven, als gekozen raadslid toegelaten.
Mejuffrouw A. van Heeswijk, kantoorhoudster van het hulptelegraaf- en hulptelefoonkantoor te Heumen, heeft met ingang van 1 januari 1916 haar ontslag aangevraagd. In de raadsvergadering wordt besproken dat de voorzitter nog geprobeerd heeft om haar ontslag pas in te laten gaan als er een opvolger/opvolgster gevonden is, maar daar wilde Van Heeswijk niets van weten. De inspecteur van de Posterijen te Arnhem heeft al laten weten dat er snel iemand benoemd moet worden omdat anders het kantoor gesloten zal worden. Daar komt nog bij dat de inspecteur wil dat het kantoor in Molenhoek blijft. Enkele personen zijn reeds gevraagd waaronder mejuffrouw A. Keukens. Zij is echter niet bereid om voor 100 gulden per jaar dit te aanvaarden. Wel heeft de heer Jacobus Kleve zich bereid verklaard een benoeming als zodanig aan te nemen. De inspecteur gaat hiermee akkoord, maar raadslid Albers van der Linden heeft er een probleem mee omdat de heer Kleve in Mook woont en niet in Heumen. Maar omdat het hier om een benoeming gaat die goedgekeurd moet worden door de minister evenals de verplaatsing van het kantoor zijn de raadsleden niet vrij in hun keuze. Omdat de inspecteur aan de voorzitter heeft medegedeeld dat met een eventuele benoeming van Kleve en vestiging van het kantoor in de woning van genoemde heer genoegen zal worden genomen, hebben burgemeester en wethouders van Heumen besloten de raad voor te stellen de heer Jacobus Kleve te benoemen tot kantoorhouder. Met vijf van de zes stemmen wordt hij tot kantoorhouder benoemd met ingang van de dag van de opening van het nieuwe kantoor.
Hij stelt 2 kamers van zijn woning hiervoor ter beschikking waarvoor hij 50 gulden per jaar dient te krijgen vindt de raad met ingang van 1 april 1916. Om zijn jaarwedde te verhogen is men afhankelijk van het feit of de gemeente Mook hieraan wil meebetalen want tenslotte ligt het kantoor op hun grondgebied en hebben zij er ook profijt van.
En in de raadsvergadering te Mook van 4 mei 1916 wordt een bijdrage van 30 gulden door burgemeester en wethouders als bijdrage aan het telefoonkantoor voorgesteld. Maar raadslid Thissen vindt 25 gulden genoeg want dat is ook het bedrag dat Heumen aan de kosten van onderhoud van de Stationsweg bijdraagt. Zo kan met gesloten beurzen betaald worden. En inderdaad wordt besloten om jaarlijkse slechts een bijdrage van 25 gulden te verlenen.
Maria Catharina Kleve-Kropman werd opgenomen in huis Anna het huidige Joachim en Anna.
Familie Hendriks werd de volgende bewoner.
Johan Antonius Maria (Toon) Hendriks, geboren te Mook op 15 juni 1903 en overleden op 16 november 1991. Beroep veehandelaar. Hij trouwde te Venlo op 5 februari 1934 met Anna Julia Maria (An) Seelen. Zij werd geboren te Venlo op 21 maart 1900 en overleed op 2 augustus 1995. Kinderen van dit echtpaar:
- Hans, geboren op 10 november 1934 en overleden op 12 augustus 1987. Hij trouwde met Ria Vedder.
- Carry, geboren op 10 november 1934. Zij trouwde met Henri van de Bilt.
- Tonneke, geboren op 25 december 1936. Zij trouwde met Jaap Bus.
- Paul, geboren op 25 december 1936.
- Jacques, geboren op 21 juni 1941.


Toon Hendriks kocht bij de boeren jong vee op en zette die, totdat hij ze weer doorverkocht had, zolang in de wei. De grond waar nu de huizen op Zonneschijn staan, was vroeger weiland. Het jong vee was nogal eens erg dartel en belandde dan bij anderen in de moestuin. Op een gegeven moment zagen de buren zoon Hans op zijn klompen en knecht Weeren rennend over de Rijksweg achter een jong kalf aan. Het was maar goed dat er in die tijd nog niet zoveel verkeer reed anders had het wel eens anders kunnen aflopen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben in de kelder onder de stallen verschillende Joden en piloten een schuilplaats gevonden. Om de weilanden waren doornhagen zodat van de straat af niets te zien was en daar konden de onderduikers ’s avonds een luchtje scheppen.

Voor deze woning staat in de heg de grenssteen Limburg – Gelderland.